Transferperikelen

Ik benijd Erik ten Hag niet. Hij zal na de fantastische prestaties van zijn Ajax afgelopen seizoen, de hoge verwachtingen moeten zien om te zetten in wederom een topprestatie in het komende seizoen. (Niet afhaken nu, dit wordt geen voetbalcolumn). De voorbereidingen zijn inmiddels weer in volle gang. Ten Hag zal een aantal personele wisselingen moeten zien in te passen. Sleutelspelers als De Ligt en De Jong zijn zoals bekend, weg. Een aantal nieuwe talenten zijn daarvoor al aangetrokken. Maar hoe zit t met Ziyech, Tadic, Van de Beek? Spelen zij komend jaar nog in het rood-wit? Wie gaat er nog, of blijven ze toch nog? Voorbereiding is lastig als je niet weet wie er over een paar weken wel en niet is. Mijn punt is dat het maken van een goed team, dat kwaliteit levert en goed op elkaar is afgestemd, tijd kost. Ook in het onderwijsveld zijn alle scholen in deze periode bezig met het formeren van de teams voor komend schooljaar. Het formatieplan moet elk jaar voor 1 mei klaar zijn. Daarna begint het spel van de klassenverdeling, de taken en als dat klaar is vertellen we de ouders bij wie hun prins of prinses komend jaar in de klas komt. Iedere schoolleider weet dat er weinig vervelender is dan dat juist op dat moment, Marion, de leerkracht van groep 3 komt melden dat ze na de zomer een andere baan heeft. Bam, daar gaat je teamplaatje…Met het huidige lerarentekort is het ook kansloos dat je op deze korte termijn nog een goede vervanger gaat vinden. De nieuwe werkgever van Marion rekent erop dat ze met ingang van het nieuwe schooljaar kan starten en Marion zou ook heel graag haar nieuwe groep zelf opstarten. Jij blijft achter met een gat in de formatie en met de garantie van een rommelige start van het schooljaar. Ik vraag me af, of we in navolging van het voetbal zouden kunnen werken met een soort van transferwindow. Dus een periode in het jaar waarin je zonder problemen kunt wisselen van club, of school en een periode waarin dat niet kan.

Transferverbod!

Ik pleit voor een sectorbreed transfer/opzegverbod voor onderwijsprofessionals tussen 1 juni en 1 september. Dus na 1 juni mag je niet meer opzeggen tot 1 september. Met de opzegtermijnen heb je dan in ieder geval tijd om te zoeken naar een goede opvolger van je vertrekkende sterspeler en zit je tussen zomer en herfstvakantie in ieder geval niet met gaten in de bezetting. Ik denk dat het de kwaliteit van onderwijs ten goede komt. 

Staken?

We gaan weer staken! Nee toch?

Dinsdag 8 januari opende de kranten, nieuwssites en het radio1 journaal ermee; 15 maart 2019, landelijke staking in het hele onderwijs. “Van kleuterjuf tot hoogleraar” gaan we staken, werd er gezegd. Er moet namelijk structureel 10% bij op de onderwijsbegroting, dat is een slordige 3 miljard euro per jaar, aldus de AOB.  Verdeeld in 2 miljard voor het PO en VO en 1 miljard voor het HBO en WO. Dit geld moet vooral naar betere salarissen en verlaging van de werkdruk, want met het huidige salarisniveau in combinatie met de hoge werkdruk wil niemand in het onderwijs werken hoorde ik iemand zeggen op Radio1.

Ik vraag me af of dat zo is en of 3 miljard erbij dan de oplossing is. Wat ik bovendien lastig vind uit te leggen is dat je het, door te gaan staken helemaal bij de politiek legt. Is dit wel alleen een zaak van de politiek, of hebben we als besturen zelf ook wat te doen?

Ik denk dat het goed is om de zaak eens wat nader te beschouwen. Dat doe ik met name vanuit de PO en VO kant, daar heb ik de meeste kijk op. Ik nodig je uit met me mee te lezen en te denken,

Salarissen:

Mensen zouden dus niet in het onderwijs willen werken vanwege de te lage salarissen. Ik hou van feiten, dus ik heb een klein onderzoekje gedaan.

Een beginnende leraar verdient anno 2019 € 2563 euro bruto per maand (schaal L10, trede 1). Plus vakantietoeslag en eindejaarsuitkering is dat ca 35.000 euro per jaar. Voor een 21-jarige, net van het HBO lijkt me dat helemaal niet slecht. In vergelijking met andere HBO opgeleide mensen, zoals verpleegkundigen (€ 2468), politie hbo-recherche (€ 2516) is het netjes in lijn. Je zou kunnen stellen dat die ook te weinig verdienen, maar zelfs in vergelijking met het bedrijfsleven zitten de startsalarissen netjes in de middenmoot van de “grootverdieners”. Met de startsalarissen is dus echt niks mis meer. Ik wil het nu niet eens hebben over de 25 vakantiedagen die politie en verpleegkundigen hebben in vergelijking met leraren. Ik weet t, zij werken 36 of 38 uur per week, tegen 40+ uur in het onderwijs, maar ik kom daar straks nog even op terug.

Als het dus niet in de start-salarissen zit, dan zou het kunnen zitten in het perspectief. Leraren die zich ontwikkelen en doorleren kunnen doorgroeien naar schaal L12, € 4851 euro per jaar, ruim 65.000 per jaar. In vergelijking, gespecialiseerde verpleegkundigen komen op € 4580. Een hoofdinspecteur komt op € 4850. (Bron: Beroepengids ).

Uiteraard is dit perspectief afhankelijk van iemands ambitie en talent, lang niet iedereen zal in L12 komen, maar ook niet iedere rechercheur wordt hoofdinspecteur. Dus ook hier denk ik niet dat het salaris het grootste probleem is.

Voor directies, assistenten en leraarondersteuners ligt dat inmiddels wat anders, want door de recente forse verhoging van de leerkrachtsalarissen, verdienen L12 leraren inmiddels zelfs meer dan een directeur. Dus daar moet er zeker een paar procent bij, maar dat kost geen miljoenen.

Werkdruk

Als dus de salarissen, aantoonbaar niet meer te laag zijn, (in vergelijking met andere HBO banen), moet de werkdruk dus de factor zijn. Werken met een klas kinderen is zonder twijfel lastig, zwaar en het slurpt energie. Je krijgt er echter ook veel voor terug. Ik heb vele jaren voor de klas gestaan, mijn eigen ervaring was dat ik aan het einde van een werkdag best moe was. Ik had in de jaren ‘90 klassen van tussen de 36 en 42 leerlingen. Dat kost best kruim. De vraag is echter of het erg is als je moe bent na een dag werken. Het gaat er vooral om dat er voldoende tijd en ruimte is om weer op te laden en dingen te doen waar je ook energie van krijgt. Daar knelt het wel steeds meer. De laatste jaren is het onderwijs aantoonbaar complexer geworden. Zeker in het regulier PO en VO zijn er meer leerlingen met een complexe ondersteuningsvraag. Passend onderwijs streeft er immers naar meer leerlingen, thuisnabij, in het regulier onderwijs te houden, met daarbij de noodzakelijke ondersteuning. Daar zit denk ik een belangrijke oorzaak van de toegenomen werkdruk. Ik zie dat de middelen die door de samenwerkingsverbanden passend onderwijs (SWV) worden ontvangen en weer verdeeld onder deelnemende besturen, in veel gevallen niet aan die noodzakelijke ondersteuning worden uitgegeven.

  • Bijna alle SWV bouwen buffers op, sommige verbanden heel klein, anderen hebben inmiddels miljoenen op de bank, soms met redenen als bijvoorbeeld de verevening. (landelijk hebben SWV bij elkaar ruim 230 miljoen op bank gezet sinds 2014!). Dat leidt o.a. tot grotere klassen in het SO en uitblijven van ondersteuning in het regulier onderwijs.
  • In sommige gevallen worden door schoolbesturen zelf eigen drempels opgeworpen om aan de middelen te komen. Zo worden er commissies en bestuurs-eigen begeleidingsdiensten ingericht die ondersteuningsaanvragen moeten beoordelen, wordt er personeel aangesteld voor generalistische ondersteuning terwijl die zelf aangeven niet deskundig genoeg te zijn, etc. Ondertussen zit de leraar met de zorgvraag te wachten en loopt de leerling vast. Dat geeft veel stress, een gevoel van incompetentie en dat neem je mee naar huis.

We zien in 2017 en vooral 2018 weer een forse groei in de verwijzing naar het SO. Mijn stichting kreeg er in 2018 10% leerlingen bij. Dat levert forse werkdruk op aan onze kant. Werkdruk is er zeer zeker en in toenemende mate. Passend onderwijs werkt verre van optimaal. Maar mijn gedachte is dat dit toch geen zaak voor de politiek is! Dat is toch aan ons, schoolbesturen, om dat anders in te richten? Hier is naar mijn mening heel veel te winnen. Een mooi begin zou zijn als de samenwerkingsverbanden de in vier jaar opgebouwde reserves snel afbouwen. Erg helpend daarbij zou zijn als het ministerie de verevening terugdraait. Alleen dan kan passend onderwijs nog een succes worden, kunnen de leerling en de leerkracht weer de ondersteuning krijgen die nodig is, is er meer geld om leraren te scholen in het geven van begeleiding aan bijvoorbeeld een leerling met complex gedrag. Dat vergroot het gevoel van competentie en dat is sterk werkdrukverlagend! Drempelloos delen van expertise gaat echt helpen. Dat kost het ministerie echter niks! De verevening terugdraaien is budgetneutraal. Dat is aan ons, besturen, om vervolgens echt werk te maken van samenwerking!

De hoge werkdruk is er, zeker. Meer salaris lost dat echter niet op, meer handen in de school wel! Daar wringt de schoen pas echt.

Het echte probleem

Het echt majeure punt namelijk, waar ik slechts af en toe iemand over hoor, is naar mijn idee dat de bekostiging voor de materiële instandhouding (M.I.) in het onderwijs al jaren veel en veel te laag is. Berenschot onderzocht dit al in 2013 en concludeerde dat scholen ruim 24% te kort komen op dit budget. Inmiddels zijn de kosten voor bv energie en onderhoud enorm gestegen maar is de bekostiging nauwelijks geïndexeerd. In mijn organisatie kom ik tussen de 25-30% te kort om de materiële lasten te dekken. Dan gaat het al snel om enkele tonnen per jaar. Voor grotere besturen snel meer dan een miljoen. De school moet echter wel verwarmd, schoongemaakt en onderhouden worden en slim inkopen doen we ook al lang. Dat tekort kan maar uit één andere pot worden aangevuld, namelijk die van de personele baten. Als de vergoeding voor M.I. op niveau zou zijn, zou ik voor mijn scholen, morgen, 8 extra medewerkers kunnen aantrekken. Daardoor klassen kleiner kunnen maken, extra ondersteuning kunnen regelen etc. Dat zet pas zoden aan de dijk als het gaat om werkdrukverlaging! Dan kan ik mensen ook gewoon netjes een vast contract geven, een goed scholingstraject aanbieden en een loopbaan perspectief bieden. Dan willen ze echt wel (weer) in het onderwijs werken!

Spiegel

Ik zou nog op een puntje terugkomen, dat van de lange werkweek en werkdruk. Het onderwijs stopt al jaren zelf de 1659 uur normjaartaak in 40 schoolweken. Dat maakt dat een werkweek voor een leraar ruim 42 uur is. Dat is veel, betekent minder tijd om op te laden. Zouden we daar nou niet eens van afstappen? Dat is een keuze van de sector zelf toch? Het mag uiteraard zo blijven wat mij betreft, 50-60 dagen vakantie zijn heel fijn, maar laten we dan ook niet zeuren dat we het zo druk hebben die 40 weken dat we hard moeten werken! Niemand verbiedt ons om in de schoolvakantie een teamscholing te organiseren, plannen te maken of te studeren, toch? Flexibilisering van schooltijden en vakanties is mijns inziens hoognodig. Vinden ouders ook heel fijn! Van mij hoeven leerlingen niet meer les, eerder minder, zo blijkt uit diverse ervaringen en onderzoeken (Scandinavië, SBO de Wissel bv), dan blijft er meer dan genoeg tijd over voor het andere werk zoals goede gesprekken voeren met ouders, scholing en ontwikkeling, leren van elkaar en de noodzakelijke administratie. Dat verlaagt de werkdruk pas echt. Dat kost ook helemaal geen geld en we hebben denk ik de politiek er ook niet voor nodig, anders dan het mogelijk maken, volgens mij kan het nu al. Wat we nodig hebben zijn een grote spiegel en een beetje lef om dingen te veranderen. Heilige huisjes afbreken doet altijd zeer. Dus PO-Raad, AOB, laten we in de CAO 2019 hier werk van maken! Geef scholen de ruimte om zaken anders aan te gaan pakken.

Samengevat:

  • De salarissen zijn na de recente verhogingen best in orde.
  • De werkdruk is hoog, maar meer loon lost dat niet op
  • De verevening blokkeert het succes van passend onderwijs.
  • De bekostiging voor materiële instandhouding moet echt fors omhoog
  • De sector zelf is dan aan zet om knelpunten op te lossen en reserves in te gaan zetten

Dus rest de vraag gaan we staken?

Wat mij betreft niet met de redenen die nu worden gesteld! Door te blijven roepen dat de salarissen laag en de werkdruk hoog is ga je zeker geen mensen enthousiast maken om in het onderwijs te gaan werken.

Heeft de politiek dan geen rol? Jazeker wel. Er moeten vanuit de politiek een paar dingen gebeuren, maar dat zijn nou net niet de zaken waarvoor nu gestaakt lijkt te gaan worden.

  1. Er moet meer geld bij, namelijk minimaal 25% op de materiële instandhouding! Hoeveel? Reken even met me mee. Het budget voor M.I. is ca 15% van de totale onderwijsbegroting van 30 miljard, dus dat is 4,5 miljard. Doe daar benodigde 25% bovenop, dat is 1,125 miljard. Minister Slob heeft een onderzoek aangekondigd, dus laten we daar vaart mee maken.
  2. Het directe gevolg is dat besturen, wetend dat de kosten voor m.i. gedekt zijn, het budget voor personeel structureel beter kunnen inzetten. Bovendien hoeven er dan veel minder reserves en risicobuffers aangehouden te worden, dus kunnen besturen hun reserves gaan inzetten voor eigen onderwijsbeleid, kwaliteit innovaties en werkdrukverlaging.
  3. Wat mij betreft stelt de politiek een bovengrens aan buffers en weerstandsvermogen van besturen. Als we dat doen, komt er op korte termijn nog eens een paar honderd miljoen beschikbaar voor kwaliteit van onderwijs, scholing en begeleiding zonder dat dit het ministerie geld kost.
  4. De onzinnige verevening passend onderwijs moet zo snel mogelijk van tafel. De ene helft van de SWV-en in ons land pot het geld op omdat ze het niet nodig hebben, de andere helft buffert om dreigende tekorten langzamer te kunnen laten landen. In beide gevallen werkt dit systeem dus niet. Geld op de bank heeft nog nooit leerlingen geholpen of leraren ondersteund. Per direct meer stoppen dus, in combinatie met de eis dat er binnen 4 jaar geen grote bedrage meer bij SWV-en op de bank staan. Dan kunnen samenwerkingsverbanden namelijk gaan doen waar ze voor opgericht zijn. Dit maakt dat binnen 4 jaar 200 miljoen inzetbaar wordt voor kwaliteit en ondersteuning in passend onderwijs zonder dat het ministerie in de buidel hoeft te tasten.

Dus, naar mijn idee is drie miljard is helemaal niet nodig, tenminste 1.125 is noodzakelijk, de rest is aan ons als schoolbesturen. Op de manier zoals ik in mijn betoog uiteenzet, kunnen we dus makkelijk 2 miljard, op korte termijn beschikbaar maken voor het opknappen van schoolgebouwen, investering in duurzaamheid bijvoorbeeld, scholing en samen met opleiders de handen ineen slaan om zo het dreigende lerarentekort mee aan te pakken. De buffers van de Samenwerkingsverbanden kunnen per direct voor begeleiding ,ondersteuning, expertisevergroting en scholing worden ingezet.

Staken is naar mijn idee het verkeerde signaal. Met deze handreiking naar het ministerie gaan lijkt mij een veel betere optie.

Hilbert de Vries

Bestuurder Stichting Speciaal Onderwijs & Expertisecentra